Nabij een zuidelijk Spaans dorp is een grote hoeveelheid grond aangetroffen die radioactief besmet is geraakt door een botsing tussen twee Amerikaanse vliegtuigen waarbij vier waterstofbommen zijn vrijgekomen. De botsing gebeurde op 17 januari 1966 in een dorp in de provincie Almeria. Een B-52 bommenwerper met vier niet op scherp gestelde waterstofbommen stortte neer. De machine was bij het bijtanken in de lucht in botsing gekomen met het tanktoestel.
(Een bijdrage van Marco Queso)
Drie van de vier meegevoerde kernbommen kwamen op het land terecht. Ze explodeerden niet, maar er kwam meer dan 20 kilo plutonium vrij, waarbij zowat 220 hectare veld vervuild geraakte. De Amerikanen lieten 1,6 miljoen ton verontreinigde grond per vliegtuig wegbrengen. Maar uit geheime documenten van het Amerikaanse ministerie van energie blijkt nu volgens de Spaanse krant El Païs dat Washington 2.000 kubieke meter gecontamineerde grond heeft "verstopt" in twee twee tot drie meter diepe en uitgegraven holen. De VS zouden er al mee hebben ingestemd om het gebied op te ruimen en er is al twee miljoen dollar betaald voor bodemonderzoek. Bij omwonenden in Palomares zijn nog geen gezondheidsproblemen vastgesteld. Een vierde waterstofbom was in zee gestort en is geborgen.
(Bron: dpa/gb)
Lees ook:Onbewoond dorp te koop: 48.000 euro
Lees ook:Spanje en Wikileaks
Lees ook:Duurste optrekje Spanje: 90 miljoen
Lees ook:Geen Metro meer in Spanje
Lees ook:Met de grond gelijk gemaakt…