Eindbestemming Santiago: paradijs voor pelgrims én stedentrippers

Wie denkt dat Santiago de Compostela alleen is voor pelgrims en wandelaars gehuld in geitenwollen sokken heeft het mis. Er is ook leven na de kathedraal. Een charmante historische binnenstad, een arsenaal aan architectonische hoogstandjes en hemelse gastronomische geneugten. De hoofdstad van Galicië is meer dan een bedevaartsoord. Veel meer.

Toegegeven, de indrukwekkende kathedraal is met stip de belangrijkste bezienswaardigheid in de stad. Sterker nog, het is Santiago’s bestaansreden. Zonder de resten van de Heilige Jakobus (Sant-Iago in het Spaans), die samen met zijn beeld in de basiliek te vinden zijn, was de stad er niet geweest. Ze werden in de negende eeuw gevonden door een herdersjongen genaamd Pelayo. Volgens de legende leidde een ster hem naar de plek van het graf, vandaar Santiago’s bijnaam ‘de Compostela’, dat zoveel betekent als ‘in het Sterrenveld’. Bisschop Theodomir van Iria Flavia wist direct dat het om de overblijfselen van Jezus’ discipel Jakobus moest gaan. Hij waarschuwde koning Alfonso II en die liet op het graf de allereerste kapel bouwen. De kapel werd een kerk en de kerk een kathedraal, er doken woningen, winkels en wegen op en binnen een paar eeuwen was de stad Santiago een feit.

Pelgrimsmis

Bij die beroemde kathedraal is het dag in dag uit een komen en gaan van dagtoeristen, waaronder ook massa’s schoolkinderen, en pelgrims. De eersten worden in groten getale door touringcars gedropt om daarna snel weer door te reizen naar de volgende bestemming. Voor de tweede groep – herkenbaar aan wandelschoenen, sportieve kleding en de karakteristieke pelgrimsstok – is de basiliek het eindpunt van een lange, zware tocht. Hun gezichten vertonen tekenen van vermoeidheid en voldoening als ze beduusd, emotioneel of blij de basiliek betreden. Dagelijks om twaalf uur wordt voor de moedige wandelaars, fietsers en paardrijders een pelgrimsmis gehouden, waarna zij op vertoon van hun compostela het Jakobusbeeld mogen omhelzen en zijn graf bezoeken. De botafumeiro, het wierookvat dat van oudsher de onaangename lichaamsgeuren van pas gearriveerde pelgrims verdrijft, wordt alleen op de naamdag van Sint-Jakobus (25 juli, tevens de belangrijkste feestdag in Santiago) uit de kast getrokken en zwaait dan met een snelheid van 68 kilometer per uur in de rondte.

De bouw van de kathedraal begon in de elfde eeuw en werd in 1211 voltooid. Het religieuze bouwwerk wordt omgeven door vier pleinen, waarvan Praza do Obradoiro, vernoemd naar de spectaculaire voorgevel – het toppunt van Spaanse barok -, de belangrijkste is. Hier bevindt zich gewoonlijk ook de hoofdingang: alleen als het Heilig Jaar is mogen bezoekers gebruikmaken van de Puerta Santa (Heilige Poort), die helemaal aan de andere kant van het gebouw te vinden is en uitkomt op Praza da Quintana.

Op het majesteuze Praza do Obradoiro is de goudkleurige hoofdfaçade van Santiago’s pronkstuk, die de religieuze component van het stedelijke leven vertegenwoordigt, zeker niet het enige imposante element. Ertegenover ligt het politieke hart van de stad: het gemeentebestuur en de Galicische deelregering zetelen samen in het neoklassieke Pazo de Raxoi. Dat wordt geflankeerd door het rectoraat van de universiteit – de stad is een studentenstad bij uitstek – en het deftige Hostal de los Reyes Católicos. Zolang als Santiago bestaat zijn er pelgrims die de stad bezoeken en eens was deze vijfsterrenparador, tegenwoordig het toonbeeld van pracht en praal, de plek waar wandelaars die uitgeput in Santiago arriveerden, konden bijkomen en zich lieten opkalefateren voor ze begonnen aan hun terugreis, die destijds óók te voet werd afgelegd.

Wijnstraten

De historische binnenstad strekt zich uit rond de kathedraal en staat vol opvallend goed bewaard gebleven, al dan niet religieuze bouwwerken, zoals het Colegio de Fonseca, dat symbool staat voor de ontwikkeling van Santiago als universiteitsstad. In het Museo das Peregrinacións kom je alle ins en outs tegen over de stad als bedevaartsoord. En een wandeling door de eeuwenoude stegen in het middeleeuwse stadshart maakt al snel duidelijk dat de locals er een bourgondische levenswijze op na houden. Met name in de Rúa do Franco en Rúa do Vilar vind je een stoet aan voortreffelijke restaurants en puike cafés. Niet voor niets worden ze in de volksmond de wijnstraten van Santiago genoemd. Geen betere plek voor een copa de vino met een portie pulpo a la feira.

Een andere must-visit voor lekkerbekken is de traditionele Mercado de Abastos, eveneens gelegen in het oude centrum. Santiago’s versmarkt is een letterlijke lust voor het oog. Op zaterdagochtend doet de lokale bevolking er massaal inkopen en verzamelen ze zich op de omringende terrassen voor een kop koffie of een vroege cerveza. Een rondje langs de marktkramen – in sommige gevallen niet meer dan een stel manden met groenten en fruit of een kleedje met uitgestalde kazen waar (bijna) bejaarde mannen en vrouwen met appelwangetjes op een kruk bovenuit steken – maakt duidelijk hoe agrarisch het omringende land nog altijd moet zijn en hoe vruchtbaar.

Moderne architectuur

En als je genoeg hebt van het authentieke Santiago waar de Jakobusverering en de gemoedelijke sfeer elkaar afwisselen, verlaat dan het centrum voor een wandeling of een picknick in het fraaie stadspark Alameda, dat de perfecte spot blijkt voor panoramische kiekjes van de kathedraal. Kun je meteen goed zien hoe groen de omgeving wel niet is. Of begeef je richting het Convento de San Domingos de Bonaval, waar je in het Museo do Pobo Galego kunt kennismaken met de Galiciërs in heden en verleden. De omringende kloostertuinen zijn fraai opgeknapt en doen dienst als park. Een leuke bijkomstigheid van Santiago is dat de meeste museumbezoeken gratis zijn.

Tegenover het voormalige klooster staat het centrum voor hedendaagse kunst CGAC dat alleen al vanwege het moderne gebouw, het werk van de gerenommeerde Portugese architect Álvaro Siza, de moeite waard is. Nog een knap staaltje moderniteit is Peter Eisenmans Ciudad de la Cultura de Galicia. Het bouwwerk is nog in aanbouw, maar spreekt nu al tot de verbeelding van architectuurliefhebbers.

Genoeg te ontdekken dus in de stad in het sterrenveld, waar al eeuwenlang pelgrims neerstrijken, maar waar ook 21ste-eeuwse stedentrippers zich geen moment zullen vervelen.

Lees ook:Muse en Pet Shop Boys op bedevaart
Lees ook:De Weg naar Santiago
Lees ook:Hoe zit het met de pelgrimspas en compostela?
Lees ook:Trainen voor Spaanse pelgrimstocht in de Randstad
Lees ook:De week van Santiago de Compostela op Spanje.blog.nl

0 reacties op “Eindbestemming Santiago: paradijs voor pelgrims én stedentrippers

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.